01

Ademhaling
Acute, chronische luchtwegproblemen
  • Geassisteerde Autogene Drainage
    De therapeut duwt met beide handen op de borstkas van het kind tijdens de uitademing tot hij de slijmen voelt onder zijn handen. Hij houdt de borstkas ingedrukt om zo het kind op een bepaald niveau te laten ademen. De bedoeling is dat de slijmen worden gemobiliseerd naar boven, samen met de uitgeademde luchtstroom.
    Pas als de slijmen goed naar boven zijn gemobiliseerd, zal het kind al dan niet hoesten of de slijmen zonder hoesten doorslikken.
  • Verlengde expiratie
    De techniek van een lange, trage uitademing verwijdert het slijm in de bronchiën. Tijdens de uitademing worden met beide handen drukkingen op de borstkas en de buik van het kind uitgevoerd. Het doel is de longen zo klein mogelijk te maken zodat de slijmen uit de diepte met de luchtstroom naar boven worden verplaatst.
  • Voor wie?
    Muscoviscidose, (RSV) bronchiolitis, bronchitis, longontsteking of pneumonie, chronisch recidiverende luchtweginfecties, aanhoudende hoest, Primaire Cilliaire Dyskinesie, bronchiëctasieën, etc …